Kanaal door Voorne

Het Kanaal door Voorne is één van de projecten van Koning Willem I, de Koning-Koopman, ook wel de Kanalenkoning genoemd. Het Kanaal door Voorne werd in 1830 geopend om de verbinding van Rotterdam naar de Noordzee te verbeteren. Het liep van Hellevoetsluis naar Nieuwesluis en was 10,5 kilometer lang. Lang heeft het kanaal geen dienst gedaan want in 1872 werd de Nieuwe Waterweg aangelegd en verloor het Kanaal zijn functie als verbinding van Rotterdam met de zee. Toch bleven er schepen doorheen varen, zoals beurtvaarders en marineschepen naar de marinebasis in Hellevoetsluis. In de jaren zestig van de vorige eeuw nam het Hartelkanaal ook die functie over en werd het Kanaal door Voorne afgedamd.

Registers

In het Kanaal door Voorne zit bij Nieuwesluis een schutsluis. De sluiswachters van die sluis hielden netjes bij welke schepen met welke lading wanneer door de sluis gingen om het kanaal in of uit te varen. De originele sluisboeken staan in het Streekarchief Voorne-Putten. Cornelis van der Tuijn heeft 54 van de 72 boeken in spreadsheets gezet en een deel daarvan is als pdf digitaal beschikbaar onder andere op de website van het Gemeentearchief van Schiedam. De archivaris van het streekarchief stelde de originele spreadsheets met ingeklopte gegevens beschikbaar. Het gaat over de periode 1900 tot 1950. Over de periode daarvoor zijn nog eens 222 registers beschikbaar, maar die zijn wat minder interessant voor ons varend erfgoed en daarvan is ook niets digitaal beschikbaar.


Het was natuurlijk een enorme klus om die gegevens over te tikken. Allereerst de hoeveelheid en daarnaast het handschrift en de soms verkorte notities. En wat te denken van schrijffouten. De spelling van sommige plaatsnamen was bovendien anders: Hardinxveld was bijvoorbeeld Hardingsveld en Alphen aan den Rijn was een aantal jaren officieel Alfen aan den Rijn.
Schepen vervoerden onder andere koolasch, matrialen, briecetten, amenusie of waren ledig. Of er passeerde in de Eerste Wereldoorlog een kanonneerboot met mijnen.
Om een idee te krijgen over het aantal: in 1900 werden gemiddeld 850 schepen per maand geschut. In 1950 waren dat er 440 per maand.

Ladingen

Er is een begin gemaakt met de correctie van de spreadsheets. Bij gebrek aan scans van de originelen konden niet alle fouten of onbekendheden geïdentificeerd worden helaas. Een aantal ontbrekende boeken, met name uit de Tweede Wereldoorlog zijn ingevoerd zoals het register 287 van 29 februari 1944 tot 24 december 1944, net een interessante periode met onder andere Dolle Dinsdag.
Voor bepaalde periodes (zoals de Tweede Wereldoorlog, zie verder) heb ik geprobeerd de betreffende scheepsmetingen erbij te zoeken. Handicap is dat alleen van de scheepsnaam en het tonnage uitgegaan kan worden. Beide kunnen fout zijn. De schipper en niet de scheepseigenaar werd genoteerd wat het zoeken ook bemoeilijkt omdat bij de scheepsmetingen de eigenaar en niet de schipper staat. Veel van de kleinere sleepboten, de westlanders, jachten en vissersschepen zijn bovendien niet gemeten.

Kijken naar de cijfertjes

De sluiswachter maakte een indeling in particuliere schepen en overheidsschepen en daarbinnen in zeil- en stoomschepen ofwel mechanisch aangedreven schepen (motorschepen).
Uiteraard zie je een verschuiving van de zeilschepen naar ’stoomschepen’ over de jaren. De twee diagrammen laten dat zien.

   
De registers over de Tweede Wereldoorlog zijn op een na in een spreadsheet gezet.
De Duitse schepen (van de Weermacht) en de door de Duitsers gevorderde schepen zijn apart genoteerd. In 1941 bijvoorbeeld passeerden 1843 kempenaars de sluis heen en weer varend tussen Rotterdam en Brielle. De meeste schepen hebben geen naam (meer) maar een nummer. Zo passeert bijvoorbeeld de W.F.161. WF betekent Wilton Feyenoord, de werf waar het schip is omgebouwd tot landingsvaartuig voor Operatie Seelöwe. Er staat nog een naam en schipper bij: Rita met schipper Verweij (scheepsmeting nummer Hb515N).
Een ander is de Ro36P, de Rhenus 133 (scheepsmeting R12422N). De aanduiding Ro…P betekent dat het schip was ingedeeld bij een invasie-eenheid die vanuit Rotterdam naar Engeland zou varen.
Van beide schepen is de teboekstelling bij het Kadaster doorgehaald in 1941.Om alle schepen op de lijst te identificeren is meer onderzoek nodig omdat bij het merendeel geen oude scheepsnaam staat. Uiteraard zijn die schepen geschaard in de lijst van overheidsschepen, want van de bezetter.
Soms ook zie je een bekende familienaam. Zo komt in de gedigitaliseerde Registers bijna 400 keer een schipper Persoon voor. Ze varen met de Catharina, de Catharina 2, de Jonge Jan, de Onderneming en de Onderneming 2.
Vanuit onverwachte archieven komen toch weer interessante gegevens boven water.

Voorbeelden

Anthonetta

Soms kom je een bekend schip tegen! Zoals de Anthonetta (BHS 13586), die in Gouda ligt (foto uit 2022). Het schip voer geregeld door het kanaal in de Tweede Wereldoorlog. Het schip werd in 1929 door Bijlholt in Foxhol (Groningen) gebouwd voor Cornelis van den Ouden uit Oude-Tonge (scheepsmeting G2933N). Hij heeft er tot 1946 mee gevaren en het schip toen overgedaan aan zijn zoon Martinus die er met zijn twee zusters op voer. Cornelis (1867-1950) trouwt in 1890 met Anthonia van der Velde bij wie hij in 1891 een dochter krijgt vernoemd naar zijn schoonmoeder Anthonetta.
De Anthonetta passeert tussen september 1941 en april 1944 achtentwintig keer het kanaal, het meest frequent in 1943. Het schip vaart veelal leeg, 8 keer met aardappels, 1 maal met hout, met steenkool en met koolzaad. Het vaargebied is het gebied gelegen tussen Utrecht, Maassluis en de woonplaats Oude-Tonge met de nadruk op Rotterdam.

Proefstuk

De YE 47 (BHS nummer 13018) is een tot vissersvaartuig omgebouwde klipper. Echter daarvoor voer het schip als Zeeuwse klipper onder de naam Proefstuk (scheepsmeting U435N). Uit de sluisregisters blijkt dat het schip in de periode 1917 t/m 1923 verschillende keren door het Voornsch kanaal vaart met maanzaad, bonen, tarwe, gem. (gemengde lading), leeg of met cieli of cilie (?).
(Zie ook Bokkepoot 243 waarin de YE 47 is genoemd als voorbeeld van de visserij registers.)

Alhambra

In 1911 bouwt Boot in Leiderdorp een drijvend bioscooptheater (bouwnummer 791) genaamd Alhambra Flottante voor A. Weers en C. van Alphen. Het theaterschip meet 50 x 7,25 meter en heeft 430 zitplaatsen (scheepsmeting H1569N). Het vaart rond door Nederland om het nieuwe fenomeen, de stomme film, te vertonen. (Charlie Chaplin brengt in 1913 zijn eerste films uit.) Eind 1912 neemt ene Van Houten het theater over en exploiteert het als Rona Boot. Omstreeks 1914 vaart het rond onder de naam Alhambra en het komt verschillende keren voor in de registers van het Kanaal door Voorne van 1915 en 1916.