Werf Seijmonsbergen

Op 24 november 1877 begint Steeven Seijmonsbergen op Wittenburg in Amsterdam-Oost een scheepswerf voor het bouwen en repareren van houten schepen. De werf begint aan de Grote Wittenburgerstraat 7 en draagt de naam Het Wapen van Amsterdam.
Dat was mogelijk een werf die eerder van Fredrik Haverkamp (1799-scheepstimmerman, net zoals zijn vader Elbert) was. Er is ook nog een Pieter Haverkamp (1819) die ingeschreven staat in 1843 op het adres Groote Wittenburgerstraat als scheepsbouwmeester.

Steeven Seijmonsbergen (1839-1907) trouwt in 1864 (hij staat dan te boek als zeeman) met Evertje Bakker (1838-????) en zij krijgen twee zonen (Steven en Hendrik) en zes dochters. Steeven zelf is vernoemd naar zijn vader (1810-1855) die scheepstimmerman is wanneer hij met Geertruijda Lindeblad trouwt in 1838.
Steeven jr. begint als timmerman, staat daarna te boek als scheepstimmerman, als scheepsbouwmeester bij het huwelijk van zijn zoon Hendrik (die dan trouwens ook te boek staat als scheepsbouwmeester) en bij zijn overlijden als schuitvoerder.
Zoon Steven (1870-1913) trouwt in 1896 met Adriana Johanna Frissel (1865-1928) en zij krijgen een zoon en drie dochters.
Zoon Hendrik (1874-1961) trouwt in 1903 met Christina de Blank (1879-1950) en zij krijgen drie zonen en zeven dochters.
Er zijn verschillende families Seijmonsbergen in Zaandam en Amsterdam met veel dezelfde voornamen. Gelukkig staat in de huwelijksakten het beroep van zowel vader als bruidegom/bruid genoteerd.

Op 1 mei 1902 koopt Steeven een stuk grond van 18 are en 80 centiare aan de Oostenburgerdwarsstraat nummers 29 en 31 op Oostenburg voor de prijs van f 22.500 en verplaatst de werf naar dit terrein. Dit terrein maakt deel uit van de voormalige scheepswerf
”Concordia” en ligt midden in de woonwijk. In mei 1902 maakt Seijmonsbergen bekend, dat zijn scheepstimmer-werf aan de Hoogte Kadijk verplaatst is naar de werf ”Concordia” aan de Oostenburger Voorstraat. (De werf op de Kadijk komt nog wel in de telefoonboeken van 1904 voor.) Dat was de voormalige werf van Huigens en van Gelderen. Als overige werven worden genoemd de werf Prins Hendrik aan de Prins Hendrikkade en de werf Ooster Kattengat aan de Zuiddijk, beide in Zaandam.
Later wordt het (kantoor)adres Oostenburgerdwarsstraat 2. De werf wordt ook wel aangeduid met de oude naam ”Concordia”.
Steeven begint, ook onder invloed van zoon Hendrik, met het bouwen van ijzeren schepen. Eerst dekschuiten zonder eigen voortstuwing, later sleepboten en veerboten.

Niet helemaal duidelijk is hoe het met de scheepswerf De Overtoom, Oostzanerdijk 19, Oostzaan zit. Dit is de voormalige werf van Pauw en later van Van Dongen.
De werf komt in 1909 in het bezit van H. Bernhard en volgens bronnen binnen de familie Bernhard blijft, dat tot 1983 het geval. Toch vermelden diverse meetbrieven dat er tussen 1914 en 1916 schepen (voornamelijk dekschuiten) door S. Seijmonsbergen te Oostzaan gebouwd zijn. In februari 1916, na de overstroming in Oostzaan, neemt N.A. Bernhard jr. de werf weer over. Waarschijnlijk is de werf tussen 1914 en 1916 in handen van Bernhard en slechts verhuurd aan Seijmonsbergen of bouwde men in opdracht van Seijmonsbergen.
Tussen 1913 en 1918 zijn er blijkbaar dekschuiten gebouwd in Utrecht door Seijmonsbergen. In de liggers staan er een stuk of zestig waarbij aangetekend moet worden dat lang niet alle dekschuiten gemeten werden. Bovendien hadden veel dekschuiten (nog) geen naam of nummer dus dubbelingen kunnen voorkomen door hermeting zonder referentie naar de eerste meting.
De meeste schepen zijn bestemd voor transport over de Amsterdamse wateren. Reederij Bergmann is een goede klant, maar er zijn meer klanten die een hele serie dekschuiten bestellen.
In 1928, het bouwjaar van de Jillis, bijvoorbeeld bouwt Seijmonsbergen 29 dekschuiten, 1 motorveerboot, 1 motordekschuit, 5 watertaxi’s, 1 motorpassagiersveerboot, 4 watermotorboten, 3 motordirectieboten, 1 kraanponton, 3 elevatorbakken, 2 motorpassagiersveerboten, 2 expeditieschuiten, 1 Saale kaan en 1 gemotoriseerde Saale kaan.
Seijmonsbergen bouwt niet alleen, maar verhuurt ook zogenaamde dek-aken (dekschuiten) net als Bergmann trouwens, die dat in 1912 gaat doen.
Seijmonsbergen adverteert in 1892 al met ”Te Koop of te Huur Een nieuwe Dek-Aak” aan de Wittenburgerstraat.
In 1914 richt Hendrik samen met een vriend, de Heer van Raamsdonk, de Amsterdamse Schuitenverhuurderij op.

Vanaf 1915 worden er ook motoren gemaakt en gerepareerd in een fabriek en herstelwerkplaats voor motoren. Zo worden er o.a. motorloggers gebouwd met een Concordia motor.
Zoon Steven Seijmonsbergen leidt op dat moment de werf in Zaandam.
In 1927 wordt het 50 jarig jubileum gevierd van de Werf en motorenfabriek
”Concordia”. Zoals de kranten vermelden worden er niet alleen veerponten, dek-aken en slepers gebouwd maar ook grote schepen tot duizend ton en schepen voor het buitenland. In de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog bouwt de werf nog maar weinig dekschuiten maar concentreert zij zich op sleepboten en meer nog op kotters.
In de jaren na 1955 legt de werf zich vooral toe op de bouw van visserskotters. Wanneer zo’n vissersschip te water wordt gelaten, moeten eerst de schoolkinderen van de school, die recht tegenover de scheepshelling ligt, buiten op het speelplein staan, want stel je voor dat de trossen breken…
In 1978 sluit de werf. Helaas is er van de werf niets overgebleven dan alleen de woning van de toenmalige werfbaas, die tot op de dag van vandaag nog bewoond wordt.
Er lijkt ook geen documentatie over de sluiting te zijn en ook de oude kranten geven geen bericht,
Lange tijd is van de werf praktisch niets bekend. Men dacht dat alle oude documenten letterlijk in de container waren verdwenen. Een unieke vondst in 2008 bracht allerlei scheepsbouwtekeningen van de werf boven water. De tekeningen zijn nog in een uitstekende staat doordat ze sinds 1978 (het jaar van de beëindiging van de werf) zeer goed en zorgvuldig bewaard blijken te zijn geweest. Het tekeningenarchief van Seijmonsbergen omvat circa 1300 originele tekeningen. Van de na 1935 gebouwde (vissers)schepen zijn in de meeste gevallen de tekeningen nog aanwezig. Van de oudere schepen rest alleen nog maar het algemeen plan. Scheepvaartmusea zijn niet geïnteresseerd tot nu toe in de tekeningen.

Terug naar de inhoudsopgave of het volgende hoofdstuk